Ook biologische bedreigingen dragen bij aan de ecologische problematiek van deze tijd. Elke dieren- en plantensoort heeft van nature een eigen leefgebied. Maar sinds de opkomst van de reislustige mens zijn heel veel van deze soorten expres of per ongeluk naar andere delen van de wereld verscheept. Als soorten zich blijvend vestigen in gebieden waar ze niet thuishoren, dan kunnen ze voor grote schade aan de lokale natuur zorgen. In deze tekst verkennen we het probleem van deze zogenaamde invasieve soorten, en geven we een aantal voorbeelden daarvan.
Waarom kunnen invasieve soorten een probleem zijn?
Elke soort is geëvolueerd in een unieke omgeving, die met hem mee is gegroeid in de loop van miljoenen jaren. Prooidieren hebben geleerd om bepaalde roofdieren te ontwijken, planten ontwikkelen gifstoffen die specifieke parasieten bestrijden, en de populatie van insecten wordt onder de duim gehouden door de lokale vogels. Zo’n systeem is min of meer in evenwicht. Als je echter één soort naar een ander leefgebied verplaatst, bevindt die zich buiten dit complexe netwerk van roofdieren, ziekteverwekkers en andere organismen waarmee het in evenwicht is. De oorspronkelijke soorten in zijn nieuwe omgeving kunnen dan zware schade ondervinden van de nieuwe soort.
Voorbeeld: Mangoeste
Veel eilanden hebben van nature geen grondbewonende roofdieren. De vogels op deze eilanden leggen hun eieren dus vaak in nesten op de grond, waar ze van nature veilig zijn. Als er dan door de mens een roofdier wordt ingevoerd, zijn de eieren en jongen van deze soorten hulpeloos. De mangoeste is een klein wezelachtig roofdier dat werd ingevoerd om ratten bestrijden. In plaats daarvan heeft het op verschillende eilanden de lokale vogelsoorten gedecimeerd
Voorbeeld: Burmese python
Als slangenhouders in het zuiden van de VS hun geïmporteerde Burmese pythons beu waren, lieten ze die vrij in het wild. De slang kan hier overleven, en eet in de moerassen van Florida nu de lokale diersoorten op. Alles, van kleine knaagdieren tot alligators, valt ten prooi aan deze grote en sterke wurgslang.
Voorbeeld: Japanse duizendknoop
Deze mooie plant is uit Japan als sierplant onder andere in Nederland aangeplant. Hij heeft hier echter geen natuurlijke vijanden. In zijn thuisland wordt deze plant in toom gehouden door insecten en schimmels die in ons land ontbreken. Het gevolg is dat de sterke duizendknoop over alle lokale plantensoorten heen groeit en zelfs door beton heen kan groeien. Doordat de plant zeer diep wortelt is hij bovendien erg moeilijk te bestrijden.
Voorbeeld: Reuzenpad
Dit is misschien wel het klassieke voorbeeld van een invasieve soort. De reuzenpad werd in Australië ingevoerd om een mot te bestrijden. De mot is schadelijk voor de teelt van katoen waarvan merkkleding wordt gemaakt, zoals je die vindt op Kidsbrandstore. In plaats van de mot op te eten vrat de reuzenpad zich een weg door het continent. Veel kleine amfibieën en andere diertjes vielen ten prooi aan de vraatzucht van deze grote amfibie. Bovendien is de reuzenpad erg giftig. De lokale roofdieren en roofvogels sterven vaak als ze een exemplaar hebben buitgemaakt.